Waarom doet mijn baby alleen maar hazenslaapjes?

Waarom doet jouw baby veel hazenslaapjes? Om deze vraag te beantwoorden moeten we meer inzoomen op hoe het slapen werkt. 

Slapen in slaapcyclussen


Wij slapen allemaal in slaapcyclussen. 
Een slaapcyclus van een baby en dreumes duurt ongeveer 45 minuten en hierin doorloop je alle slaapfases. Na 45 minuten treedt herstel op. 
Een slaapcyclus bestaat uit 3 verschillende slaapfases. De cyclus begint met slaperig worden (fase 1), zal vervolgens naar een lichte slaap toe gaan (fase 2). Deze 2e fase heet de remslaap (Rapid Eye Movement). Deze herken je aan dat je kindje zijn oogjes of armpjes druk kan bewegen tijdens deze fase. Tijdens deze fase droomt je kindje en dat kan gepaard gaan met druk bewegen en gemakkelijk wakker worden. Fase 3 is de diepe slaap, waar je kindje in beland na 20 minuten. In deze fase droomt je kindje niet en beweegt hij ook niet. Deze fase is erg belangrijk omdat in deze fase herstel en afgifte van het groeihormoon plaatsvindt. 
Na 30 minuten volgt weer de lichte slaap, gevolgd door de hele lichte slaap en het wakker worden (of overgaan in de volgende slaapcyclus).

Als je kindje vaak wakker wordt na 20-30 minuten is het goed om na te gaan waar dit aan kan liggen. Wanneer je kindje heel onrustig slaapt en veel beweegt met zijn armpjes en zichzelf dus ook makkelijk wakker slaat, is inbakeren en strak instoppen een idee. Voor grotere kindjes is een slaaptunnel een idee.
Als je kindje makkelijk wakker wordt van omgevingsgeluiden is witte ruis verstandig om te introduceren. Dit kan ook prima bij oudere kindjes! Witte ruis neutraliseert omgevingsgeluiden, zet deze dan ook hard genoeg om deze geluiden te kunnen maskeren.
Let er ook op dat de kamer donker genoeg is. Je checkt dit door je hand voor je uit te steken. Zie je deze niet meer? Dan is de kamer donker genoeg!

Wanneer een baby structureel alleen maar hazenslaapjes van 20 minuten slaapt, raakt je oververmoeid. Dan wordt het weer lastiger om bij het volgende slaapje in slaap te kunnen vallen en heeft hij steeds vaker jouw hulp hierbij nodig. 
Het afronden van een slaapcyclus is dus erg belangrijk. 


Hoe verleng je deze korte slaapjes?

  • Zorg dat je in de buurt bent van je kindje tegen het eind van een slaapcyclus, omdat dit vaak het moment is dat je kindje wakker kan worden. Doet je kindje vaker dutjes van 30 minuten? Zorg dan dat je rond die tijd in de buurt bent om hem in de volgende cyclus te helpen.
  • Je kindje de volgende slaapcyclus in helpen kun je doen door passieve aandacht te geven; even je hand op zijn hoofdje of buikje leggen, hem sussen en laten weten dat jij er bent en hij veilig weer in slaap kan vallen, of hem zijn speentje terug geven.
  • Je kunt ook de kinderwagen of draagzak inzetten als alternatieve slaapplek om de slaapjes te kunnen verlengen. Als je kindje bijvoorbeeld in de kinderwagen slaap is gevallen kun je de wagen zachtjes weer bewegen tegen het eind van een slaapcyclus, door de ritmische beweging kan je kindje sneller in slaap vallen.

Als laatste tip:


Slapen doet slapen. Dus neem vooral de tijd om dit te oefenen. Je kindje mag dit nog leren en dit gaat niet van de 1 op de andere dag. Dus oefen dit vooral eerst overdag, zodat jij er zelf ook de energie voor hebt. 
Hoe sneller je er bij bent, des te meer kans je hebt dat je kindje weer terug in slaap kan vallen.

Kom je er toch zelf niet uit, neem gerust contact op. Ik help jullie graag!


Liefs, Anne

Mijn kindje slaapt niet (goed) op het kinderdagverblijf

Ik kom vaak ouders tegen waarvan hun kindje moeizaam slapen op de opvang of het kinderdagverblijf. Aan het eind van de dag halen ouders een vermoeid kindje op, en zitten ze met de gebakken peren in de avond en nacht omdat hun kindje onrustig slaapt.

Er zijn er een aantal tips die je kindje kan helpen om beter te slapen op het kinderdagverblijf. 

Tips voor beter slapen op het kinderdagverblijf:

  • Vraag aan de medewerkster van het KDV of zij kunnen meewerken aan het ritme van jouw kindje. Werk je met wakkertijden, leg deze dan uit en het belang  hiervan voor jouw kindje. Het is niet altijd mogelijk voor de medewerksters om zich hier strak aan te houden, maar wanneer deze tijden zoveel mogelijk kunnen worden aangehouden, zorgt dit voor makkelijker slapen.  
  • Vraag of je kindje eventueel in de kinderwagen kan slapen op de gang, een plekje waar het rustig is. Sommige KDV hebben ook buitenbedjes. Dit zorgt vaak voor rustiger slapen omdat er dan zo min mogelijk omgevingsgeluiden zijn. 
    Als je thuis gebruik maakt van white noise, geef dit dan mee. Of vraag of het KDV dit heeft. Zo kan je kindje slapen met zo min mogelijk last van omgevingsgeluiden, deze worden namelijk door White noise gemaskeerd. 
  • Probeer los te laten wanneer het slapen minder goed gaat. Wanneer je een oververmoeid kindje terug neemt naar huis, start dan op tijd het avond bedritueel. Alles vanaf 18 uur is prima als avondbedtijd, zeker als je kindje weinig heeft geslapen op het KDV.
  • Geef spulletjes van thuis mee dat je kindje gebruikt bij het slapen, zoals een speentje, knuffeltje, slaapzakje. Dit geeft een vertrouwd gevoel en kan helpen om je kindje rustiger te laten slapen.

Wanneer het slapen ECHT niet lukt

Het kan voorkomen dat het slapen echt niet lukt op het KDV. Bespreek samen met de leidster wat helpend voor jouw kindje kan zijn. Sommige kindjes kunnen nog niet zelfstandig in slaap vallen. Je wilt dan oververmoeidheid voorkomen. Stel dan bijvoorbeeld voor om een extra slaapje proberen in de kinderwagen of buitenbedje als er enkel maar kort geslapen is.

Blijft jouw kindje het slapen op het kinderdagverblijf moeilijk vinden en zou je graag hulp willen? Plan dan een gratis kennismakingsgesprek in en dan werken we samen aan het slapen van jouw kindje!

Liefs,

Anne